Werk aan de Vestingwerken – Oktober 2018: werkbezoek aan Hulst en IJzendijke
Elk jaar bezoekt onze werkgroep een vestingstad (Naarden of een ander interessant bouwwerk van de Nieuwe Hollandse waterlinie). Dit keer zij we naar Hulst gegaan en hebben daar onder leiding van een gids de wallen bekeken.
Maar eerst iets over de geschiedenis van Hulst.
Hulst ontstond in de 11e eeuw als de nederzetting Hulust ter plaatse van de huidige Grote Markt. Hulst kreeg in 1180 stadsrechten van de Vlaamse graaf Filips van den Elzas en ontwikkelde zich tot een belangrijke vesting- en havenstad. De stadsrechten werden in 1350 uitgebreid en in 1413 werd toestemming tot de aanleg van verdedigingswerken verleend. . Van 1453-1477 werden de wallen en poorten versterkt.
In 1591 werd voor het eerst een beleg voor Hulst geslagen en wel door Maurits van Nassau, de latere prins van Oranje, die de stad binnen vijf dagen veroverde. Vijf jaar later vond een hernieuwd beleg plaats, waarbij Hulst werd heroverd door Albertus van Oostenrijk.
Van 1615-1621 werd de stad door de Spaansgezinden voorzien van de uitgebreide vestingwerken die ook tegenwoordig nog te zien zijn. Tijdens de slag bij Hulst in 1640 kwam Hendrik Casimir I van Nassau-Dietz om het leven. Het lukte de Staatsen toen niet om Hulst in te nemen. In 1645 belegerden de Staatsen onder leiding van prins Frederik Hendrik van Oranje de stad Hulst en het Hulsterambacht opnieuw. Ze heroverden deze op de Spanjaarden. Onder zijn bewind was handel op de Schelde verboden en verloor Hulst zijn betekenis als handelsstad. Hulst maakte formeel tot 1648 (Vrede van Münster) met de rest van Zeeuws-Vlaanderen deel uit van het Graafschap Vlaanderen en was een dochterstad van Gent.
De vesting bleek in 1702 de Franse troepen te kunnen weerstaan, maar in 1747 kwam de vesting wel in Franse handen, hetgeen in januari 1749 als uitvloeisel van de Vrede van Aken (1748) werd beëindigd. De Fransen veroverden de stad opnieuw in 1792.
In 1816 werd de vesting opgeheven en in 1845 werd ze aangekocht door de stad, en ze bleef intact. Pas ná 1860 begon er enige bebouwing buiten de vestinggordel te ontstaan.
De wallen liggen er keurig bij met delen van het voorwerk nog intact. Wel valt op dat er geen enkel gebouw staat.
De Brielse vesting wordt verdedigd door niet minder dan 26 kanonnen. In Hulst staat 1 kanon en niet eens op de wal. Deze moest dus uitgebreid worden bekeken.
Wel was er op een van de Bastions een speeltuin gemaakt met aangepaste toestellen. Leuk idee voor Brielle, behalve dat plastic kanon dan.
Daarna kwamen we bij de Keldermanspoort’, of Dobbele Poort. Deze ligt in de 3,5 km lange stadswal en was zowel landpoort als waterpoort. Bij de inval van de Gentenaars in 1491 werd het toen nog open poortbolwerk vernield. De sterkte werd na 1506 uitgebouwd en verstevigd maar tijdens de Tachtigjarige Oorlog maakten krijgshandelingen er weer een ruïne van.
Na de lunch op weg naar IJzendijke waar Museum Het Bolwerk over de Spaans Staatse linies. Met een gids zijn we door het museum gelopen. Het is onghelooflijk hoeveel hier is gevochten tijdens de 80 jarige oorlog.
Uiteraard stond hier buiten een klein kanon met een mooie affuit.
De gids had ons verteld dat er nog twee kanonnen in een overblijfsel van de oude schans stonden. De kanonnen waren niet echt goed toegankelijk, maar na wat klimwerk hadden we ze gevonden.
Terug op het centrale plein zagen we nog een standbeeld van een schakende prins Maurits. Heel mooi gemaakt en nog geheel gaaf.
Geef een antwoord