Vele oud-Briellenaren kennen de verhalen al vanaf dat ze kinderen waren: er zouden onderaardse gangen lopen onder Brielle. Vluchtwegen om ongezien weg te kunnen uit de vesting of juist om mensen stiekem binnen de vesting te kunnen smokkelen. Velen zouden inmiddels ingestort zijn en dus niet meer begaanbaar, maar dat er resten van gevonden kunnen worden, staat volgens velen vast.
Enkele anekdotes zijn hieronder verzameld:
- Dora Kinkel-Stolk (82, opgegroeid op het Wellerondom) zegt dat het verhaal ging dat tussen bastion VI en VII aan de buitenkant van de wal (waar inderdaad een dichtgemetselde doorgang zichtbaar is) een gang zou lopen naar de Zalm. Dit blijkt echter een luchtgat/poterne te zijn van / naar het kruitmagazijn aan de andere kant van de wal (lees hierover: https://www.levedevestingbrielle.nl/opmerkelijk/het-kruitmagazijn-in-de-courtine-vi-vii). Toch kent zij al verhalen van gangen onder Brielle door vanaf haar kindertijd, dus voor haar is het zeker dat ze er zijn.
- Er is een boekje waarin Johan Been (oud-archivaris) wordt geciteerd over een gang van de Brielse Dom naar de Zalm; “een onderaardse gang”: “ook in tijd van troebelen moest de torenwachter communicatie kunnen hebben met de wachter op de vuurboet”, de vuurboet zou dan het torentje op de zalm zijn. Het transcript van de bladzijden van dit boekje (titel onbekend, bladzijde 314 en 315) kunt u hier lezen. (zeer vermakelijk). Meer informatie over vuurbakens in Brielle vindt u hier.
- Heer en mevr van de Berg (Hotel de Zalm, en het torentje):
Hebben de gewelven onder de toren als wijnkelder ingericht en vochtdicht gemaakt. Daarom is niet (meer) te vinden of er ooit een gang heeft gelopen.
Het naastliggende pand “De Gekroonde Zalm” zou nog – volgens mevrouw van de Berg wel oude gewelven hebben waar niks aan is gedaan. Onderzoek is daar nog mogelijk.
- André van Diepen van Stichting Kunst en Cultuur Brielle kent iemand van het Scharloo (dhr van Leeuwen), die het heeft over enorm veel aaneensluitende gewelven onder hun panden.
Bij het restaureren van een brug daar zou ook ooit zo’n gewelf vrij zijn komen te liggen. (een gapend gat)
- Johan Wessels schrijft in een mail naar Levedevestingbrielle:
“ Ik heb dat ooit eens gehoord van Wubbo Ockels toen hij een bezoek bracht aan Brielle. Maar zelf nooit iets gezien. Volgens mij noemde Ockels de tuin achter Stuy of de Nymph” (Later ontvingen we van hem: “Zaterdag hoorde ik van Peter Kroone dat het zou gaan over opvang bekkens voor regenwater.”)
- Willy de Bruin-Bazen: “Ik ben op 1 april 1960 in Brielle komen wonen. De eerste paar jaar woonden wij in de Witte de Withstraat, waar ook Rens van Adrighem en Frans Verhoef woonden. Onze buurman Frans Verhoef was nogal opgewonden omdat er een onderaardse gang zou zijn ontdekt op de wallen tussen de Kruithuisstraat en de Lange poort. Wij als kinderen vonden dat natuurlijk heel erg spannend, dus waren wij heel vaak bij die resten te vinden. Het was inderdaad een soort poortje kan ik mij herinneren. Frans was er vaak aan het graven om in die poort te komen. Er werd verteld dat die poort naar de Catharijnekerk zou leiden. Of dat allemaal waar was weet ik niet, want ik was rond de 7 jaar en dan neem je alles als waarheid aan. Wel weet ik dat wij van mijn ouders niet in die opgraving mochten kruipen, omdat het kon instorten. De gemeente heeft het hele gebeuren toen afgezet met prikkeldraad en later het hele zaakje dichtgegooid. Volgens mij kun je over deze opgraving ook het een en ander lezen op de website van Rens van Adrighem. Hij weet hier vast veel meer van. Maar dat er iets was is zeker. “
- Rens van Adrighem: “In 1973 stuitte ik bij het uitgraven van de grond in het pand Kaatsbaan 1 op een gemetseld gewelf. Daar heb ik toen een archeoloog bij gehaald de verklaarde dat het de ingang van een onderaardse gang was, vermoedelijk naar de Sint Catharijnekerk. Het pand heeft namelijk dienst gedaan als stallen van Jacoba van Beieren en behoorde tot het Hof van Voorne.
We hebben het op zijn advies niet verder uitgegraven want ,,je kan er toch niets mee, want hij zal wel helemaal onder water staan, voor zover hij nog in takt is”. De foto van de ingang van de onderaardse gang op de site is precies wat wij ook hebben waargenomen [zie helemaal onderaan deze pagina], dus ben ik er van overtuigd dat er in het midden van het huidige kont van ’t paerd inderdaad een onderaardse gang zit.
Waar naartoe zal wel altijd een raadsel blijven, maar dat hij er zit is voor mij wel zeker. Op advies van de archeoloog heb ik er dan ook de betonvloer overheen gestort, en heb er nog altijd spijt van niet verder te hebben gegraven. Maar spijt komt altijd te laat.
Dat bovenstaande geen broodje-aap verhalen hoeven te zijn, bewijst de vondst van een onderaards gangenstelsel in Bergen Op Zoom in 2010 (een van de vele getuigenissen van onderaardse gangen onder onze oude vestingsteden van Nederland). Een stad waarvan de vestingwerken ook 300 jaar geleden zijn vernieuwd door Menno van Coehoorn:
Ondergronds gangenstelsel gevonden in Bergen op Zoom
Een bijzondere archeologische vondst in Bergen op Zoom, in Brabant. Een inwoner stuitte bij het graven in zijn tuin op een onderaards gangenstelsel uit begin 1700:
http://nos.nl/artikel/160216-ondergronds-gangenstelsel-gevonden-in-bergen-op-zoom.html
We zijn nog op zoek naar meer ‘bewijs’ van deze gangen onder Brielle. Weet u iets, of heeft u zelf een huis met gewelven eronder, stuur dan uw reactie naar ons toe via het contactformulier. Dan zetten we uw anekdote hierbij.