In de 19de eeuw bleef de vesting in grote lijnen voldoen aan de eisen van de tijd. Wel werden omstreeks 1860 op diverse plaatsen bomvrije ruimten gebouwd. Deze werden meestal tegen of in de aarde wallen gebouwd. Een groot munitieberging werd gebouwd in het Hollebolwerk; ervoor werd een extra wal gelegd. Ook in het Lijnbaanbolwerk en het Kijkpaalbolwerk werden dergelijke, kleinere ruimten gebouwd.
Om de stad verder te verdedigen werd in 1858 bij de ingang van de haven de havenbatterij gebouwd, een kleine schans met bomvrije ruimten en kanonnen.
Eind negentiende eeuw verloor de vesting haar militaire betekenis en kreeg Brielle toestemming om de Waterpoort (1894) en de Zuidpoort (1900), af te breken.